Onrechtmatige daad

In Nederland geldt de hoofdregel dat eenieder in beginsel zijn eigen schade draagt. Hierop bestaan verschillende contractuele en wettelijke uitzonderingen. Indien u schade lijdt kan deze schade op grond van een overeenkomst voor rekening van een ander komen. Tevens kent de wet verschillende bepalingen op grond waarvan de door u geleden schade door een ander dient te worden vergoed. In deze blog wordt het leerstuk van de onrechtmatige daad besproken. De onrechtmatige daad is één van de wettelijke uitzonderingen op grond waarvan de schade door een ander dient te worden vergoed. De onrechtmatige daad betreft een uitzondering op de hierboven beschreven hoofdregel.

Vereisten onrechtmatige daad

Voor een geslaagd beroep op het leerstuk van de onrechtmatige daad moet aan de volgende vijf vereisten zijn voldaan. De vereisten onrechtmatige daad zijn:

  • Onrechtmatige gedraging
  • Toerekenbaarheid van de daad aan de dader
  • Schade
  • Causaal verband tussen daad en schade
  • Relativiteit

De wet, artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, geeft de volgende omschrijving voor het leerstuk van de onrechtmatige daad:

“1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.”

De vereisten voor onrechtmatige daad worden hieronder nader toegelicht.

Onrechtmatige gedraging

Het eerste vereiste betreft de onrechtmatige gedraging van de dader. Zonder onrechtmatige gedraging kan er geen sprake zijn van een onrechtmatige daad. Volgens de wet kunnen drie situaties als een onrechtmatige gedraging worden aangemerkt. Het gaat om een:

  • Inbreuk op een recht
  • Doen of nalaten in strijd een wettelijke plicht
  • Doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is

Voor ieder van deze drie situaties wordt ter verduidelijking een voorbeeld gegeven. Bij een inbreuk op een recht kunt u denken aan de situatie dat een merk wordt nagemaakt. Dit kan een inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van de ander opleveren. Bij een doen of nalaten in strijd een wettelijke plicht kunt u denken aan de diefstal van een zaak van een ander. Dit is namelijk strafbaar. Bij een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is, kunt u onder meer denken aan bestuurdersaansprakelijkheid, beroepsfouten en onrechtmatige hinder. Onder omstandigheden kan ook het nalaten (om te handelen) worden gekwalificeerd als onrechtmatige gedraging.

LET OP: Indien er sprake is van een rechtvaardigingsgrond wordt de situatie niet als een onrechtmatige gedraging gekwalificeerd.

Toerekenbaarheid

Het tweede vereiste betreft de toerekenbaarheid van de daad aan de dader. Een onrechtmatige gedraging kan aan de dader worden toegerekend, indien deze te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak die volgens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

Schade

Het derde vereiste betreft de schade die de benadeelde heeft geleden. Voor de vestiging van aansprakelijkheid op grond van het leerstuk van de onrechtmatige daad is voldoende dat enige schade is geleden. De wet bepaalt dat de schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding moet worden vergoed, bestaat in:

  • Vermogensschade
  • Ander nadeel

Het leerstuk van de onrechtmatige daad leidt tot een wettelijke verplichting tot schadevergoeding. Onder “vermogensschade” valt zowel geleden verlies als gederfde winst. Daarnaast somt de wet nog een aantal redelijke kosten op die mede als vermogensschade voor vergoeding in aanmerkingen komen. Het gaat daarbij kort gezegd om redelijke kosten ter:

  • Voorkoming of beperking van schade
  • Vaststelling van schade en aansprakelijkheid
  • Verkrijging van voldoening buiten rechte

Met “ander nadeel” wordt met name immateriële schadevergoeding, beter bekend als smartengeld, bedoeld.

Causaal verband

Het vierde vereiste betreft het causaal verband tussen de onrechtmatige gedraging en de hiervoor besproken schade. De hiervoor beschreven schade moet het gevolg zijn van de onrechtmatige gedraging van de dader. Indien de schade een andere oorzaak heeft, is niet voldaan aan dit vereiste.

Relativiteit

Het vijfde, en tevens laatste, vereiste betreft het relativiteitsvereiste. Dit vereiste bepaalt dat er geen verplichting tot schadevergoeding bestaat, indien de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de geleden schade.

De wet, artikel 6:163 van het Burgerlijk Wetboek, bepaalt omtrent de relativiteit het volgende:

“Geen verplichting tot schadevergoeding bestaat, wanneer de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen de schade zoals de benadeelde die heeft geleden.”

Voorwaarden onrechtmatige daad

Indien aan bovenstaande voorwaarden van het leerstuk van de onrechtmatige daad is voldaan, is er sprake van aansprakelijkheid van de dader om de door de benadeelde geleden schade te vergoeden. De vestiging van aansprakelijkheid is daarmee voltooid. Vervolgens dient de omvang van de schade nog te worden bepaald.

Eigen schuld

Bij het bepalen van de omvang van de schade speelt onder meer de (gedeeltelijke) eigen schuld van de benadeelde een rol. De schadevergoeding die de dader dient te betalen wordt in beginsel verminderd wanneer de schade mede het gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan een eigen verkeersovertreding van de benadeelde, waardoor een ongeluk mede is veroorzaakt.

Hulp nodig of vragen?

Heeft u hulp nodig of vragen over het leerstuk van de onrechtmatige daad? Of over de vereisten en voorwaarden voor een onrechtmatige daad? Neem dan vrijblijvend contact op met Houth Advocaat: uw kwalitatief en betaalbaar advocatenkantoor uit Uden. Houth Advocaat bedient niet alleen cliënten uit Uden en het gebied tussen Eindhoven, Den Bosch en Nijmegen, maar uit het hele land. U kunt Houth Advocaat telefonisch bereiken op het nummer 06 42 27 52 67 of via colin@houthadvocaat.nl.